Algemene voorwaarden

Voorwaarden caravanstalling


Artikel 1.
de overeenkomst:
de overeenkomst waarbij de ene partij, de bewaargever, een caravan aan de andere partij, de bewaarnemer, in bewaring geeft, en wel uitsluitend voor stallingsdoeleinden;
de caravans:
caravans, kampeerwagens, vouwwagens, aanhangwagens, boten, boottrailers en andere vaar- of voertuigen;
de bewaarnemer:
degene die, als eigenaar, gebruiker of als zakelijk of persoonlijk gerechtigde een caravan, in de zin als hiervoor in bewaring geeft;
de stalling:
de ruimte(n) waar caravans, in de zin als hiervoor vermeld, wordt aangegaan.
Deze kan zijn:
a. winterstalling, lopende van één oktober tot en met dertig april daaropvolgend; of
b. zomerstalling, lopende van één mei tot en met dertig september daaropvolgend.

Artikel 2.
De bewaarnemer stalt de in bewaring genomen caravan in een aan hem toebehorende stalling gedurende de met de bewaargever
overeengekomen periode.

Artikel 3.
De bewaargever is verplicht ervoor te zorgen dat de caravan uiterlijk op de laatste dag van de periode is weggehaald, bij gebreke waarvan de bewaarnemer de bevoegdheid heeft om op de kosten van de bewaargever de caravan uit de stalling te verwijderen. Indien de bewaarnemer geen gebruik maakt van zijn in de vorige zin omschreven bevoegdheid, wordt de overeenkomst stilzwijgend verlengd met de op de geëindigde periode aansluitende periode.

Artikel 4.
De bewaarnemer bepaalt de plaats van stalling en is bevoegd de Caravan binnen de stalling te verplaatsen.

Artikel 5.
De bewaarnemer is verplicht om tijdens de periode te zorgen voor droge stalling, tenzij uitdrukkelijk anders is overeengekomen.

Artikel 6.
In de caravan mogen zich tijdens de duur van de stalling geen explosieve en/of licht ontvlambare stoffen bevinden; de bewaargever dient daarvoor zorg te dragen.

Artikel 7.
De bewaarnemer is niet aansprakelijk voor schade, ontstaan door beschadiging, verlies, diefstal of vermissing van de caravan of van zaken welke zich in de caravan bevinden of daaraan zijn aangebracht, tenzij de schade is ontstaan door opzet of schuld van de bewaarnemer of diens personeel.
De bewaargever dient de caravan en al hetgeen zich daar eventueel in, op of aan mocht bevinden, gedurende de duur van de overeenkomst, voor eigen rekening te verzekeren tegen alle verlies en beschadiging. In geval van beschadiging, verlies, of vermissing van de caravan of van eventueel zich daarin, daarop of daaraan bevindende zaken alsmede in de gevallen dat gevaar voor één of ander
te verwachten is, is de bewaarnemer evenwel verplicht de bewaargever hiervan zo spoedig mogelijk in kennis te stellen.

Artikel 8.
Voor de inbewaarneming is de bewaargever per periode een vergoeding verschuldigd aan de bewaarnemer.
Het bedrag van de vergoeding kan verschillend zijn voor zomer- of winterstalling.
De vergoeding moet bij vooruitbetaling aan de bewaarnemer worden voldaan in gangbaar Nederlands geld, zonder korting of schuldvergelijking, of op een nader door de bewaarnemer aan te geven plaats of wijze. Indien de bewaargever aan het einde van de overeengekomen periode, casu quo aan het einde van een op grond van artikel 3 verlengde periode, de caravans niet tijdig heeft verwijderd, is terstond de vergoeding over de nieuwe periode verschuldigd.
Binnen zeven dagen na aanvang van de nieuwe periode dient de vergoeding daarvoor te worden voldaan, bij gebreke waarvan de bewaarnemer het recht heeft de caravan uit de stalling te verwijderen, zulks op kosten van de bewaargever.
Indien de overeenkomst, na de verlenging, door de bewaargever wordt opgezegd, wordt aan de bewaargever van de vergoeding uitsluitend gerestitueerd een zodanig gedeelte als betrekking heeft op de gehele kalendermaanden gedurende welke geen stalling van de caravan meer plaatsheeft.

Artikel 9.
De bewaargever is tijdens de periode gerechtigd de caravan weg te halen en op een later tijdstip terug te brengen, zonder dat zulks tot verhoging van de verschuldigde vergoeding aanleiding zal kunnen geven, mits het terugzetten geschiedt vóór het einde van de periode, en bij het aangaan van de overeenkomst de bewaarnemer door de bewaargever bekend wordt gemaakt met zijn voornemen de caravan mogelijk tussentijds weg te halen.
Indien de bekendmaking niets heeft plaatgevonden, is de bewaargever aan de bewaarnemer een vergoeding van vijftien Euro (€ 15,-) verschuldigd voor ieder caravan die moet worden verplaatst teneinde het weghalen van de in bewaring gegeven caravan mogelijk te maken.

Artikel 10.
Op de overeenkomst zijn van toepassing de wettelijke bepalingen omtrent bewaargeving, tenzij daarvan door partijen is afgeweken.